Op hete kolen met St. Laurens

Over het algemeen vind ik de katholieken maar een rare bende, maar ik heb een zwak voor hun heiligenverering. Zo ben ik dol op het verhaal van Sint Laurentius (Laurens voor intimi), beschermheilige van banketbakkers, bibliothecarissen, bierbrouwers, brandweerlieden, boekhouders en barbecues. Die laatste is saillant, die heeft Laurentius verworven omdat hij ter dood is gebracht op een gloeiend heet rooster. De legende gaat dat hij naar zijn scherprechters heeft geroepen dat ze hem om moesten draaien, omdat hij aan deze kant al gaar was. Door deze spitsvondigheid werd hij in een klap ook de beschermheilige van de cabaretiers. Het detail dat een overschrijvende monnik zich misschien vergist heeft tussen passus est (hij heeft geleden) en assus est (hij werd geroosterd) mag de pret niet drukken.

Aardig wat steden hebben St. Laurens gekozen als hun beschermheilige, waaronder Rotterdam. Op de Blaak staat een grote kerk die zijn naam draagt, op de klok van die kerk zie ik dat het half drie is. Het is rustig op het plein, er is geen markt vandaag. Ik heb zojuist een sollicitatiegesprek gehad met de stadsbieb, de rest van de middag heb ik uitgetrokken om een rondje te maken langs het Noordereiland, waar ik jaren geleden een tijdje gewoond heb. Ik slenter door de oude haven en kijk naar de beelden aan de gevel van het witte huis, die symbool staan voor de vooruitgang en de Rotterdamse nijverheid. Ooit was dit het hoogste kantoorgebouw van Europa, nu wordt het overschaduwd door de gigantische gebouwen op de Boompjes. Zoals zo vaak bij het slenteren heb ik een gedicht in mijn hoofd. Nieuw Rotterdam van Hans Sleutelaar.

De stad reikt tot voorbij de wolken.
De Laurens wijst de onbewogen tijd.
Een hond dwaalt tussen de kolossen.
Hier is geen plaats voor nietigheid.

Op de stoep voor het huis waar ik vroeger gewoond heb is een groen lampje aangebracht om de brandgrens van het bombardement van Rotterdam te markeren. Nadat ik hier net heen verhuisd was, vond ik in het stadsarchief de foto’s van vlak na het bombardement. Daarop is goed te zien hoe de Laurens en het witte huis onder de vallende bommen onaangetast zijn gebleven, even teruggebracht tot eenzame hoogte. Het kan bijna niet anders of Sint Laurentius heeft er iets mee te maken gehad. Aan het einde van mijn wandeling, vlak voordat ik in de trein naar huis wil stappen, word ik gebeld met het nieuws dat ik de baan niet heb gekregen. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *